De 40-jarige Pakistaanse journalist Syed Saleem Shahzad is vermoord in een kanaal gevonden. Shahzad schreef onder meer voor het Italiaanse nieuwsagentschap Adnkronos International en was de Pakistaanse bureauchef voor Asia Times Online.
Hij schreef onlangs een artikel over de banden van Al-Qaida met de Pakistaanse geheime dienst. Hij werd bedreigd door militanten maar ook door de Pakistaanse inlichtingendiensten.
Shahzad werd volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch bedreigd door medewerkers van de veiligheidsdienst ISI.
-Artikel in De Volkskrant: Journalist vermoord in Pakistan
-Uitgebreide informatie bij de BBC: Pakistani journalist Saleem Shahzad found dead
-Asia Times Online: Pakistan - silencing the truth-seekers
Dit is een reportage van hem van een aantal jaar terug in Asia Times Online waarin hij op bezoek is bij een Taliban-strijdgroep in Pakistan. Het geeft een indruk hoe de Taliban te werk gaan:
Syed Saleem Shahzad: Death by the light of a silvery moon, Rise of the Neo-Taliban (Asia Times Online, 13-11-2007)
woensdag 1 juni 2011
zaterdag 24 mei 2008
Journalist Muhammad Ibrahim Khan vermoord in Bajaur in Pakistan
Onbekende mannen hebben donderdag in Bajaur in Pakistan de Pakistaanse journalist Muhammad Ibrahim Khan (44) doodgeschoten nadat hij een gesprek had gevoerd met Maulvi Omar, de woordvoerder van de Pakistaanse tak van de Taliban.
De moord vond plaats in het Pakistaanse Stammengebied aan de grens met Afghanistan. In Islamabad hebben vrijdag journalisten gedemonstreerd tegen de moord.
Ibrahim, een verslaggever van de krant Daily Express die in het Urdu verschijnt en haar televisie zender “Express News”, werd donderdagavond vermoord toen hij terugkeerde naar Khar nadat hij woordvoerder Maulvi Omar van de Tehreek-e-Taliban Pakistan had geïnterviewd.
De Tehreek-e-Taliban Pakistan (TTP) is de Pakistaanse variant van de Taliban, de Pakistaanse Taliban-beweging (Pakistan Taliban Movement).
Bronnen melden dat Ibrahim terugkeerde naar huis in het dorp Bhai Cheena in de buurt van Inayat Kalley nadat hij Maulvi Omar in Drabo Jumaat bij Damadola had geïnterviewd.
Hij overleed ter plaatse. Ibrahim laat een vrouw, zes dochters en twee zoons achter. Hij zou de enige kostwinner zijn geweest binnen het gezin.
Tientallen militanten die verbonden zijn met Maulana Faqir Mohammad, waarvan Maulvi omar de woordvoerder is, begaven zich onmiddellijk naar de plaats van de aanslag en sloten de omgeving af.
De aanslag vond plaats in de buurt van de stad Khar, de belangrijkste stad in het onrustige stammendistrict Bajaur waar voorstanders van de Taliban actief zijn.
Pakistaanse journalisten interviewen regelmatig woordvoerders van de Taliban, of zijn “embedded” bij strijdgroepen van de Taliban.
De moord op de journalist is nog niet opgeëist.
Getuigen hebben verklaard dat Ibrahim op weg was op zijn motorfiets en werd tegenhouden door onbekende mannen in een zwarte auto die hem zijn mobiele telefoon, camera en aantekening afnamen. Daarna schoten ze hem dood. Ze stalen ook zijn motor.
Maulvi Faqir Muhammad, de leider van de Tehreek-e-Taliban Pakistan in het agentschap Bajaur, is ook een vertegenwoordiger van TTP-leider Baitullah Mehsud. Hij veroordeelde de aanslag tijdens de begrafenis van de journalist.
Van Mehsud wordt gezegd dat hij banden onderhoudt met Al-Qaida.
Bij de begrafenis van Muhammad Ibrahim waren 5.000 rouwenden aanwezig. De journalist werd begraven in zijn geboorteplaats Bhai Cheena in het agentschap Bajaur.
Militanten hebben aangekondigd dat ze de moordenaars in het openbaar zullen executeren.
Maulvi Faqir Muhammad en Maulvi Omar brachten donderdag laat een bezoek aan het huis van Ibrahim om hun verdriet te betuigen over de moord.
Ze zeiden: “We onderzoeken de zaak en als we de moordenaars vinden dan zullen ze zwaar worden gestraft.”
Ze roemden de professionaliteit, het verantwoordelijkheidsgevoel en de onafhankelijkheid van de verslaggever.
Protesten tegen de moord
Vrijdag gingen in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad meer dan 100 Pakistaanse journalisten de straat op om tegen de moord op hun collega te demonstreren.
Plaatselijke journalisten richtten vrijdag barricades op de weg van Peshawar naar Bajaur op. Ze eisen van de Pakistaanse regering dat die voor veiligheid zorgt van de media in het gebied.
Ondertussen heeft het “Committee to Protect Journalists” (CPJ) de moord scherp veroordeeld en onmiddellijk een onderzoek van de Pakistaanse overheid gelast naar het incident.
CPJ Azië-coördinator Bob Dietz zei in een persverklaring dat “de nieuwe regering [van Pakistan] onmidellijk stappen moet nemen om deze moord te onderzoeken en zorg moet dragen voor de veiligheid van journalisten die belangrijke berichtgeving verzorgen over de gewelddadige grensregio”.
Ibrahim is de tweede journalist die de dood vindt in de regio sinds 2 juni 2007, toen de verslaggever Noor Hakim werd gedood door een bomexplosie in het gebied. Hij is de vijfde tribale journalist die wordt gedood sinds februari 2005.
Ibrahim laat een vrouw, vijf dochters en twee zoons achter. Hij zou de enige kostwinner zijn geweest binnen het gezin.
Compensatiebedrag
Ondertussen heeft een bestuurder van Bajaur, Shakirullah Khan Wazir, gezegd dat er 100.000 roepies als compensatie zullen worden betaald aan de nabestaanden. Ook zal het politiek bestuur van het agentschap 5.000 roepies per maand uitbetalen aan de familie van Ibrahim Khan.
De bond van journalisten heeft gezegd dat dit veel te weinig is. Zij willen dat de nabestaanden 2 miljoen roepies ontvangen.
De moord vond plaats in het Pakistaanse Stammengebied aan de grens met Afghanistan. In Islamabad hebben vrijdag journalisten gedemonstreerd tegen de moord.
Ibrahim, een verslaggever van de krant Daily Express die in het Urdu verschijnt en haar televisie zender “Express News”, werd donderdagavond vermoord toen hij terugkeerde naar Khar nadat hij woordvoerder Maulvi Omar van de Tehreek-e-Taliban Pakistan had geïnterviewd.
De Tehreek-e-Taliban Pakistan (TTP) is de Pakistaanse variant van de Taliban, de Pakistaanse Taliban-beweging (Pakistan Taliban Movement).
Bronnen melden dat Ibrahim terugkeerde naar huis in het dorp Bhai Cheena in de buurt van Inayat Kalley nadat hij Maulvi Omar in Drabo Jumaat bij Damadola had geïnterviewd.
Hij overleed ter plaatse. Ibrahim laat een vrouw, zes dochters en twee zoons achter. Hij zou de enige kostwinner zijn geweest binnen het gezin.
Tientallen militanten die verbonden zijn met Maulana Faqir Mohammad, waarvan Maulvi omar de woordvoerder is, begaven zich onmiddellijk naar de plaats van de aanslag en sloten de omgeving af.
De aanslag vond plaats in de buurt van de stad Khar, de belangrijkste stad in het onrustige stammendistrict Bajaur waar voorstanders van de Taliban actief zijn.
Pakistaanse journalisten interviewen regelmatig woordvoerders van de Taliban, of zijn “embedded” bij strijdgroepen van de Taliban.
De moord op de journalist is nog niet opgeëist.
Getuigen hebben verklaard dat Ibrahim op weg was op zijn motorfiets en werd tegenhouden door onbekende mannen in een zwarte auto die hem zijn mobiele telefoon, camera en aantekening afnamen. Daarna schoten ze hem dood. Ze stalen ook zijn motor.
Maulvi Faqir Muhammad, de leider van de Tehreek-e-Taliban Pakistan in het agentschap Bajaur, is ook een vertegenwoordiger van TTP-leider Baitullah Mehsud. Hij veroordeelde de aanslag tijdens de begrafenis van de journalist.
Van Mehsud wordt gezegd dat hij banden onderhoudt met Al-Qaida.
Bij de begrafenis van Muhammad Ibrahim waren 5.000 rouwenden aanwezig. De journalist werd begraven in zijn geboorteplaats Bhai Cheena in het agentschap Bajaur.
Militanten hebben aangekondigd dat ze de moordenaars in het openbaar zullen executeren.
Maulvi Faqir Muhammad en Maulvi Omar brachten donderdag laat een bezoek aan het huis van Ibrahim om hun verdriet te betuigen over de moord.
Ze zeiden: “We onderzoeken de zaak en als we de moordenaars vinden dan zullen ze zwaar worden gestraft.”
Ze roemden de professionaliteit, het verantwoordelijkheidsgevoel en de onafhankelijkheid van de verslaggever.
Protesten tegen de moord
Vrijdag gingen in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad meer dan 100 Pakistaanse journalisten de straat op om tegen de moord op hun collega te demonstreren.
Plaatselijke journalisten richtten vrijdag barricades op de weg van Peshawar naar Bajaur op. Ze eisen van de Pakistaanse regering dat die voor veiligheid zorgt van de media in het gebied.
Ondertussen heeft het “Committee to Protect Journalists” (CPJ) de moord scherp veroordeeld en onmiddellijk een onderzoek van de Pakistaanse overheid gelast naar het incident.
CPJ Azië-coördinator Bob Dietz zei in een persverklaring dat “de nieuwe regering [van Pakistan] onmidellijk stappen moet nemen om deze moord te onderzoeken en zorg moet dragen voor de veiligheid van journalisten die belangrijke berichtgeving verzorgen over de gewelddadige grensregio”.
Ibrahim is de tweede journalist die de dood vindt in de regio sinds 2 juni 2007, toen de verslaggever Noor Hakim werd gedood door een bomexplosie in het gebied. Hij is de vijfde tribale journalist die wordt gedood sinds februari 2005.
Ibrahim laat een vrouw, vijf dochters en twee zoons achter. Hij zou de enige kostwinner zijn geweest binnen het gezin.
Compensatiebedrag
Ondertussen heeft een bestuurder van Bajaur, Shakirullah Khan Wazir, gezegd dat er 100.000 roepies als compensatie zullen worden betaald aan de nabestaanden. Ook zal het politiek bestuur van het agentschap 5.000 roepies per maand uitbetalen aan de familie van Ibrahim Khan.
De bond van journalisten heeft gezegd dat dit veel te weinig is. Zij willen dat de nabestaanden 2 miljoen roepies ontvangen.
Abonneren op:
Posts (Atom)